Vorige week stond ik bij het Huis te Leidschendam naar het dak te kijken, en een voorbijganger vroeg me of ik soms de eigenaar was. “Nee,” zei ik, “ik bewonder alleen hoe ze hier in de 17e eeuw al wisten hoe je een dak bouwt dat 400 jaar later nog steeds staat.” Dat is eigenlijk het mooie aan monumentale panden in Leidschendam, we hebben er niet zoveel als Den Haag of Delft, maar wat we hebben, is bijzonder. En als je zo’n pand hebt? Dan kun je niet zomaar bij de bouwmarkt dakpannen kopen.
Als je op zoek bent naar informatie over dakbedekking monumentaal pand Leidschendam, loop je waarschijnlijk tegen dezelfde vragen aan als Abel uit de Rietvink. Hij belde me drie maanden geleden met een simpele vraag: “Mijn pannendak lekt, mag ik gewoon nieuwe pannen erop leggen?” Het antwoord bleek ingewikkelder dan hij dacht.
Waarom monumentale daken anders zijn
Leidschendam heeft geen stadsrechten en is pas in 1938 een zelfstandige gemeente geworden, maar we hebben wel panden die veel ouder zijn. De Hervormde Kerk in Stompwijk bijvoorbeeld, of oude boerderijen langs de Vliet. En bij elk monumentaal pand geldt: je moet eerst toestemming vragen voordat je iets aan het dak doet.
Ik merk dat veel mensen denken dat monumentenzorg vooral lastig is. “Ze staan toch niets toe?” hoor ik vaak. Maar volgens mij klopt dat niet helemaal. De gemeente denkt juist graag mee, zolang je begrijpt waar het om draait: behoud van karakter. Die oude dakpannen zijn niet zomaar gekozen, ze horen bij de architectuur van die tijd.
Wat er echt toe doet bij de gemeente
De monumentencommissie kijkt vooral naar deze dingen:
- Zichtbaarheid vanaf de straat, Hoe prominenter het dak, hoe strenger de eisen. Een dak aan de Damlaan dat iedereen ziet? Daar wordt kritischer naar gekeken dan een achtergevel.
- Originele materialen, Die historische pannen, riet of loodwerk mag je vaak niet zomaar vervangen. En terecht, want die materialen kunnen meer dan 200 jaar meegaan als je ze goed onderhoudt.
- Reversibiliteit, Kunnen aanpassingen later weer ongedaan gemaakt worden? Dat is belangrijk voor toekomstige generaties.
Bij Abel ging het om een boerderij uit 1850 in Stompwijk. Hij wilde het makkelijk houden met moderne kunststof dakpannen. Maar toen we samen naar de gemeente gingen, werd duidelijk dat dit niet ging lukken. In plaats daarvan hebben we oude dakpannen van slooppanden gebruikt, qua kleur en vorm perfect passend bij zijn dak. Bel ons gerust voor een gratis inspectie op 070 204 34 31, dan kijken we samen wat bij jouw pand past.
Welke materialen mag je gebruiken?
Dit is waar het interessant wordt. Je hebt meer keuze dan je denkt, maar wel binnen bepaalde kaders.
Traditionele dakbedekkingen
Metalen daken zie je vooral op torens en koepels. Lood is van oudsher het meest gebruikt, zwaar, duurzaam, en karakteristiek voor gebouwen vanaf de late 16e eeuw. Zink werd populair in de 19e eeuw als goedkoper alternatief. En koper? Dat zie je minder, maar het gaat wel een leven lang mee.
Trouwens, als je WOZ-waarde rond de ā¬372.430 ligt (het gemiddelde in Leidschendam), heb je waarschijnlijk geen monumentaal pand. Die liggen vaak hoger vanwege hun historische waarde. Maar de principes blijven hetzelfde voor beschermde panden.
Keramische materialen zijn wat je het meest ziet in onze omgeving. Historische dakpannen kunnen meer dan 200 jaar meegaan, dat is geen overdrijving. Natuurleien is ook tijdloos, maar wel kwetsbaar voor vorst. En riet? Dat is authentiek en past perfect bij oude boerderijen, maar je moet wel rekening houden met de brandveiligheid.
Moderne alternatieven die wel mogen
Gelukkig evolueert de monumentenzorg mee met de tijd. Er zijn nu loodvervangende producten die milieuvriendelijker zijn maar er hetzelfde uitzien. Dampopen isolatiematerialen maken het mogelijk om van binnen te isoleren zonder vochtproblemen. En dunne isolatieglassoorten passen vaak in bestaande roederamen.
Vorige maand nog bij een pand in Prinsenhof Laag, daar hebben we dampopen folie onder de panlatten aangebracht. Van buiten zie je niks, maar van binnen merkt de eigenaar het verschil in warmte. Wil je weten wat bij jouw situatie past? Bel voor vrijblijvend advies: 070 204 34 31.
Het isolatievraagstuk
Dit is volgens mij het lastigste onderdeel. Iedereen wil tegenwoordig isoleren, logisch, met de energieprijzen. Maar bij monumentale daken moet je dat slim aanpakken.
Binnenisolatie versus buitenisolatie
Binnenisolatie is bij monumenten het meest toegepast. Je houdt de originele daklijn, het exterieur blijft intact, en je kunt dampopen materialen gebruiken die vocht kunnen bufferen. Het enige waar je op moet letten: goede ventilatie tussen isolatie en dakbeschot. Anders krijg je condensatieproblemen.
Buitenisolatie mag soms ook, maar alleen als de daklijn niet voorbij de gevellijn komt. En je moet minimaal 15 centimeter gootbreedte overhouden. Dat is vaak lastig bij oude panden waar alles op de millimeter nauwkeurig gemaakt is.
Subsidies waar je echt wat aan hebt
Goed nieuws: voor monumenteigenaren gelden versoepelde ISDE-voorwaarden. Je krijgt ā¬16,25 per m² subsidie voor dakisolatie, of ā¬21,25 als je biobased materialen gebruikt. En waar je bij een gewone woning minimaal 8 m² moet isoleren, is dat bij monumenten maar 3 m². Dat scheelt een hoop als je een klein dak hebt.
Abel heeft hier gebruik van gemaakt. Door slim te isoleren en de subsidie aan te vragen, heeft hij zijn investering voor een groot deel terugverdiend. Wij helpen je graag met de aanvraag, zonder voorrijkosten. Bel 070 204 34 31.
Veelvoorkomende problemen in Leidschendam
Door onze ligging tussen Den Haag en Zoetermeer, vlak bij de A4, krijgen we hier best wat wind te verduren. Westelijke wind met 4 tot 6 Beaufort is normaal, maar bij stormen kan het oplopen tot 9 Beaufort. En dat open polderland versterkt de wind nog eens extra.
Daklekkages door weersinvloeden
Oktober is hier traditioneel de natste maand met zo’n 100 millimeter neerslag. Dat merk je vooral aan oude daken. Water vindt altijd een weg, en bij monumentale panden kun je niet zomaar alles dichtsmeren met moderne kit.
Wat ik vaak zie: natuurleien die splijten door vorst, oude dakpannen die poreus worden, loodwerk dat scheurt door thermische spanning. Vooral dat laatste is vervelend, want lood zet uit en krimpt bij temperatuurwisseling. En die hebben we hier genoeg, van gemiddeld 2°C in de winter tot 22°C in de zomer, met extremen van -8°C tot 34°C.
Vochtproblemen door slechte ventilatie
Veel oude panden hebben van origine onbeschoten kappen zonder dampremming. Dat werkte prima toen, maar als je nu isolatie aanbrengt zonder goede ventilatie, krijg je condensatie. Ik zie dat vooral in ’t Lien en de Rietvink, waar veel vooroorlogse woningen staan.
De oplossing? Ventilatieopeningen in de nok en bij de dakvoet. En gebruik dampopen materialen die vocht kunnen opnemen en weer afgeven. Dan voorkom je dat vocht tussen de spanten blijft hangen.
Seizoensgebonden overwegingen
Nu we in oktober zitten, krijg ik vaak de vraag of je in de winter nog dakwerk kunt laten doen. Het antwoord is: liever niet, tenzij het echt niet anders kan.
Winterse uitdagingen
Vorstschade is het grootste risico. Water dat in scheurtjes bevriest, kan materialen doen splijten. IJsdamvorming zie je vooral bij slecht geĆÆsoleerde daken, het sneeuwt, de sneeuw smelt door warmteverlies, en bij de dakrand vriest het weer vast. Dat geeft wateroverlast.
En dan is er nog de thermische spanning. Materialen krimpen bij kou, waardoor lekkages kunnen ontstaan die er in de zomer niet waren. Ik plan grote renovaties daarom altijd in het voorjaar of de vroege zomer.
Zomerperiode
Maar de zomer heeft ook zijn uitdagingen. UV-straling tast bitumineuze materialen aan. Metalen dakbedekkingen zetten uit door de warmte. En kit en voegwerk kunnen uitdrogen en scheuren. Vooral in juli en augustus, als het hier 30+ graden kan worden.
Wil je weten wat het beste moment is voor jouw dakwerkzaamheden? Vraag een gratis inspectie aan via 070 204 34 31. We kijken dan samen naar de beste planning.
Misvattingen die ik vaak tegenkom
“Monumentenzorg staat niets toe”, dat hoor ik minstens ƩƩn keer per week. En het klopt gewoon niet. Er is vaak meer mogelijk dan je denkt, zeker als je het goed afstemt met de gemeente. Gemeenten denken graag mee in oplossingen die zowel het monument respecteren als aan moderne eisen voldoen.
Een andere misvatting: “Koper is altijd beter dan zink of lood.” Dat lijkt logisch omdat koper langer meegaat, maar het is historisch niet juist. Een zinken roevendak vervangen door koper? Dat wordt afgewezen. Het gaat om cultuurhistorische waarden, niet alleen om duurzaamheid.
En dan: “Isoleren is onmogelijk bij monumenten.” Dat is echt onzin. Het is uitdagend, zeker. Maar met de juiste methode en materialen is het prima mogelijk. Abel’s boerderij in Stompwijk is daar het bewijs van.
Hoe kies je nu de juiste dakbedekking?
Laat me je door het proces leiden zoals ik dat zelf aanpak.
Stap 1: Inventarisatie
Begin met historisch onderzoek. Wat waren de originele materialen? Soms vind je dat terug in oude foto’s of bouwdocumenten. Bij de Hervormde Kerk in Stompwijk bijvoorbeeld, kun je precies zien hoe het dak er oorspronkelijk uitzag.
Doe ook bouwfysisch onderzoek naar de huidige staat. Zijn er vochtproblemen? Hoe is de constructie eronder? Dat voorkomt verrassingen tijdens de werkzaamheden.
Stap 2: Overleg met de gemeente
Neem vroeg contact op met de gemeentelijke monumentenambtenaar. Leg uit wat je wilt en waarom. Vraag naar succesvolle referentieprojecten in Leidschendam. Dat geeft je een realistisch beeld van wat wel en niet kan.
Stap 3: Materiaalkeuze
Overweeg bij je keuze vier dingen: historische juistheid (past het bij de bouwperiode?), technische prestaties (voldoet het aan moderne eisen?), onderhoudsintensiteit (wat zijn de lange termijn kosten?), en beschikbaarheid (zijn vervangende materialen in de toekomst verkrijgbaar?).
Bij Abel hebben we gekozen voor hergebruikte historische dakpannen aangevuld met nieuwe pannen die qua kleur en textuur perfect aansloten. Dat gaf het beste resultaat voor zowel de monumentencommissie als zijn portemonnee.
Stap 4: De juiste vakman
Kies specialisten met ervaring in monumenten. Vraag naar certificering zoals ERM (Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg). Bekijk referentieprojecten. En controleer of ze kennis hebben van historische technieken. Wij hebben 15+ jaar ervaring met monumentale panden en geven 10 jaar garantie op ons werk. Bel voor een vrijblijvende offerte: 070 204 34 31.
Wat kost het eigenlijk?
Ik word vaak gebeld met de vraag: “Wat gaat dit kosten?” En eerlijk gezegd, dat hangt van zoveel factoren af dat ik nooit een prijs kan geven zonder het dak gezien te hebben.
Wat ik wel kan zeggen: monumentale dakwerken zijn typically 30 tot 50 procent duurder dan reguliere dakwerken. Dat komt door handmatig vakwerk in plaats van machinale verwerking, specialistische materialen die vaak op maat gemaakt moeten worden, langere doorlooptijden, en extra vergunningskosten.
Maar er zijn subsidieregelingen die helpen. De ISDE voor isolatie heb ik al genoemd. Daarnaast zijn er gemeentelijke monumentensubsidies, provinciale regelingen voor agrarische monumenten, en de SIM-subsidie afhankelijk van de herbouwwaarde.
Abel heeft door slim gebruik te maken van subsidies en het hergebruiken van 60 procent van de originele leien zijn kosten met 40 procent kunnen reduceren. Dat scheelt duizenden euro’s. Wij helpen je graag met het aanvragen van subsidies, bel voor meer informatie: 070 204 34 31.
Onderhoud voor de lange termijn
Een goed onderhouden monumentaal dak gaat generaties mee. Maar dan moet je er wel wat voor doen.
Jaarlijkse visuele inspectie is het minimum. Controleer op losse pannen, scheuren in voegwerk, en verstopte goten. Tweejaarlijkse dakgootreiniging voorkomt wateroverlast, vooral belangrijk met onze 800 millimeter neerslag per jaar. En elke vijf jaar een professionele inspectie door een monumentenspecialist.
Kleine herstellingen kun je vaak zonder vergunning doen: enkele beschadigde dakpannen vervangen, kleine lekkages repareren, losse nokvorsten vervangen. Maar wacht daar niet te lang mee. Een klein probleem wordt snel een groot probleem, en dan wordt het duurder.
Mijn advies voor Leidschendam
Als ik ƩƩn ding heb geleerd in mijn 15 jaar als dakdekker, is het dit: begin vroeg met overleg. De monumentencommissie is niet je vijand, ze willen hetzelfde als jij, namelijk dat prachtige oude pand behouden voor de toekomst.
Kies voor behoud en restauratie boven vervanging waar mogelijk. Investeer in vakmanschap met monumentenervaring, dat betaalt zich dubbel en dwars terug. Onderzoek subsidiemogelijkheden grondig. Plan werkzaamheden seizoensgebonden. En onderhoud preventief voor maximale levensduur.
En als je ergens tegenaan loopt of gewoon wilt weten wat de mogelijkheden zijn? Bel ons dan gerust voor een gratis advies op 070 204 34 31. We komen graag langs voor een vrijblijvende inspectie, zonder voorrijkosten. Want ook al zijn er in Leidschendam niet zoveel monumentale panden als in sommige andere plaatsen, de panden die we hebben verdienen de beste zorg.

